Tanden en kiezen zitten met hun wortels vast in het kaakbot. Als die wortels verloren zijn door bijvoorbeeld tandbederf, kan de tandarts deze vervangen door kunstwortels: implantaten.
Implantaten zijn schroefjes die zijn gemaakt van lichaamsvriendelijk, titanium.
Implantaten kunnen in de volgende gevallen worden gebruikt:
– als vervanging van een enkele tand of kies.
– als vervanging van meerdere kiezen of tanden. Er wordt dan een implantaat gedragen brug gemaakt.
– als houvast voor een overkappingsprothese. Dit wordt ook wel een “klikgebit”genoemd.
Implantaten voor wie?
Bij iedere gezonde persoon kunnen in principe implantaten worden gezet. Daarbij is wel het volgende van belang:
– Er moet voldoende kaakbot zijn om een implantaat houvast te bieden. Als iemand te weinig kaakbot heeft, kan er eerst bot worden aangebracht waarna het implantaat wordt geplaatst. Als opvulbot wordt tegenwoordig vaak kunstbot gebruikt of uw eigen bot. Maar er kan ook een mengsel van kunst en eigen bot worden gebruikt.
– Het tandvlees rondom de overige tanden en kiezen moet gezond zijn, om het implantaat goed te laten functioneren. Een zeer goede mondhygiëne! Tandplaque en tandsteen kunnen namelijk een ontsteking veroorzaken aan het mondslijmvlies. Een ontsteking van het slijmvlies rond de implantaten kan leiden tot het verliezen van bot rondom de implantaten.
De behandeling
Nadat een verdoving is gegeven, maakt de tandarts een kleine snee in het tandvlees zodat het kaakbot zichtbaar wordt. In het kaakbot wordt een klein gaatje geboord, waarin het implantaat geplaatst wordt. De tandarts plaatst een dopje van titanium en maakt het tandvlees daaromheen dicht. Het dopje is boven het tandvlees zichtbaar.
De napijn valt meestal mee. Indien nodig, is deze met eenvoudige pijnstillers goed te bestrijden. Soms krijgt u een recept mee. Een enkele keer ontstaat een zwelling en/of kleine bloeduitstorting na de ingreep. Het is raadzaam gedurende de eerste week na de ingreep zacht voedsel te gebruiken.