Met een brug kan je een ontbrekende tand of kies vervangen. De brug ‘overbrugt’ dus de lege ruimte waar de tand of kies ontbreekt. Een brug kan bestaan uit meerdere kronen aan elkaar of een enkele zwevende kroon die met zogenaamde retentievleugels aan de naastliggende tanden wordt vast gemaakt.
Soorten bruggen
Een gewone brug bestaat uit minimaal 2 kronen op de eigen tanden of kiezen met een zwevende kroon (dummy) op de plek waar een tand mist. De brug begint op een eigen tand en eindigt op een eigen tand. Een gewone brug kan ook op implantaten gemaakt worden.
Bij een vrij-eindigende brug is het laatste deel van de brug ‘zwevend’. Deze brug eindigt dus met een dummy.
Een etsbrug wordt gebruikt als de naastliggende tanden nagenoeg gaaf zijn. Het zou zonde zijn om aan deze tanden te slijpen. Een dummy vult dan de lege ruimte op en met zogenaamde retentievleugels wordt deze vastgeplakt aan de achterkant van de naastliggende tand(en).